Viduro B.V.

Omgevingsparticipatie: wie durft?

Deel 1

5 december 2018

Omgevingsparticipatie: wie durft? (deel 1)

Participeren, meedenken en meedoen… we willen allemaal invloed op wat er gebeurt in onze straat, ons dorp of onze stad. We hebben een mening en we willen dat die gehoord wordt door beleidsmakers en politici die de touwtjes in handen hebben. Die overheid is meer en meer bereid ons te betrekken bij keuzes, maar verwacht van ons ook dat we wat vaker zelf de handen uit de mouwen steken. En dat doen we graag. In ruil daarvoor verwachten we wel dat ons het participeren makkelijk wordt gemaakt: we willen gehoord en gefaciliteerd worden. Én we verwachten van de overheid de flexibiliteit om af te wijken van de regels waar we dat nodig vinden. Van beleidsmakers en projectleiders vraagt dit dat zij zich verdiepen in inwoners en de dialoog aangaan met de omgeving. Niet nadat de beleidswijziging is afgehamerd, maar aan de voorkant, als er nog wat te kiezen valt. Daarvoor is lef en flexibiliteit van de overheid nodig. Welke rol is daarbij voor communicatie weggelegd?

Van verzorgingsstaat naar 'doe-democratie'
Tot in de jaren ’90 werden we vertroeteld door de overheid. Na de Tweede Wereldoorlog werd met belastinggeld een systeem van onderwijs, zorg en sociale zekerheid gecreëerd. De overheid trok de organisatie van sociale verantwoordelijkheden naar zich toe met een steeds groter en duurder ambtenarenapparaat tot gevolg. Toen de kosten daarvan in de jaren ’90 de pan uit rezen, introduceerde voormalig minister-president Wim Kok de term ‘participatiesamenleving’. Zo’n twintig jaar later beleefde het beginsel zijn hoogtepunt toen koning Willem-Alexander het overnam in zijn troonrede en de term ‘participatiesamenleving’ werd verkozen tot woord van het jaar. De participatiesamenleving -of mooier: ‘doe-democratie’- werd daarmee een tegenhanger van de verzorgingsstaat. Omdat het allemaal minder mag kosten. Omdat we als moderne burgers allemaal alles zélf willen doen en zelf regie willen hebben. Maar zo’n doe-democratie heb je niet van vandaag op morgen. Het is meer dan een bezuinigingsmaatregel: het is een sociaal-maatschappelijke toekomstdroom, een politiek ideaalbeeld, een stip aan de horizon waarvan we hopen dat die ooit werkelijkheid wordt.

De veranderende rol van de overheid
De verschuiving van verzorgingsstaat naar doe-democratie vraagt van de overheid een andere houding richting burgers. Waar overheidsinstellingen traditioneel een sturende rol hadden, nemen zij nu een meer faciliterende rol aan. Ook bij de voorbereiding van een plan of project en de totstandkoming van nieuw beleid. Participatie betekent in deze context dat de omgeving actief deelneemt aan de voorkant. De overheid stuurt daarbij op dialoog om de kennis en ervaringen uit de omgeving maximaal te benutten. Communicatie kan een belangrijke sleutel zijn om te komen tot succesvolle participatie. Van communicatieprofessionals binnen de overheid vraagt dit dat zij een andere rol aannemen. Een hele generatie ‘voorlichters’ moest zich opnieuw uitvinden als ‘communicatieadviseur’. Van  sterk zendend – het uitleggen van genomen besluiten -  naar het coachen van beleidsmakers en projectleiders om nog ver vóór besluitvorming de dialoog aan te gaan met de omgeving. 

Factor C: communicatie in het hart van het beleid
De Academie voor Overheidscommunicatie ontwikkelde ‘Factor C’, een methodiek om communicatie in het hart van het beleid te positioneren. Met Factor C betrekken we aan de hand van verschillende instrumenten steeds de omgeving in het maken van strategische keuzes. Deze methodiek vraagt van ons als communicatieprofessionals een coachende houding richting beleidsmakers en projectleiders. We houden ze bij elke volgende stap de omgevingsspiegel voor: wat willen we bereiken? Met wie? En hoe slaan we de brug naar de omgeving? Een actorenanalyse en krachtenveldanalyse helpen bij het richten van de communicatie op de belangrijkste partijen. Hun invloed, standpunten en belangen zijn daarbij leidend in de keuzes voor boodschappen, momenten en middelen.

Om omgevingsparticipatie te doen slagen, moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan.  In een volgende blog vertel ik je graag wat de voorwaarden zijn voor succesvolle participatie en hoe je ‘participatiemoeheid’ voorkomt.

Terug naar het overzicht